De eikenprocessierups is er weer

De eikenprocessierupsjes zijn nu nog onschuldig, vanaf half mei is overlast te verwachten voor mensen én vee.

Het slechte nieuws: de eitjes van de eikenprocessierups zijn uitgekomen, vanaf half mei worden de eerste rupsen weer verwacht. Het goede nieuws: waarschijnlijk zijn het er minder dan vorig jaar. Die conclusie trekt het Kennisplatform Processierups dat vorig jaar in het leven was geroepen nadat de brandharen van de rups landelijk voor enorm veel overlast zorgden, vooral bij mensen maar ook bij dieren. Het platform is een samenwerking van verschillende organisaties waaronder het KAD (Kennis en Adviescentrum Dierplagen) het RIVM en Wageningen University & Research.

Rupsjes nu nog niet hinderlijk

De rupsjes die nu gezien zijn, hebben nog niet de irriterende brandharen waar de rups berucht om is. Die ontstaan pas later als de temperatuur verder oploopt. Het Kennisplatform schat in dat dat rond half mei zal zijn. En hoewel op basis van vlindertellingen de inschatting gemaakt is dat er minder rupsen zullen zijn dan vorig jaar, zal er nog steeds een aanzienlijke populatie zijn die wederom voor hinder kan zorgen. Mensen die de brandharen op hun huid krijgen, kunnen flink last hebben van jeuk en wie de haren in zijn ogen krijgt, kan forse oogklachten ontwikkelen. Hoe groot de overlast dit jaar zal zijn, hangt van verschillende factoren af onder meer de mate van bestrijding door gemeenten.

Niet de gasbrander erop

Boeren met eikenbomen op en om hun percelen, kunnen zelf een erkende bestrijder inschakelen. Als vanaf half mei de kenmerkende rupsennesten in de bomen te zien zijn, wordt sterk afgeraden er zelf de gasbrander op te zetten. De rupsen schieten ter verdediging juist dan hun brandharen af die dan massaal op gewassen, gras en het wateroppervlak van drinkbakken terecht kunnen komen. Koeien die de haren binnenkrijgen, gaan tongspelen en speekselen, ze voelen zich duidelijk niet prettig. Dat kan de voeropname en melkgift verminderen.